6 manieren om het gedrag van jouw puberhond in goede banen te leiden

In de puberteit gaan honden grenzen opzoeken. Niet om jou heel bewust te pesten of testen. Of omdat hij dominant wilt zijn over jou. Het is heel normaal gedrag. Want de wereld van jouw hond wordt groter en heel erg interessant. Alles is leuk! Zijn lichaam ondergaat allerlei veranderingen. Hormonen komen de hoek om kijken. De hond wilt zelfstandig beslissingen maken op basis van zijn eigen inzichten. En hij of zij wordt gedreven om zich voort te gaan planten.  Moet je het dan allemaal maar gewoon over je heen laten komen? Tijdens de puberteit kunnen kwajongens-streken uitgroeien tot probleemgedrag.

 

In dit blog geven we jou 6 manieren hoe je kunt voorkomen dat jouw puber straks gedrag gaat vertonen dat niet meer in de hand te houden is.

1.  Maak een lijstje wat je wilt dat jouw hond doet in verschillende situaties

 

Je gaat dus vooruit werken 😉. Ga voor jezelf na welke situaties jij hebt of gaat hebben met jouw hond en schets jezelf een beeld van welk gedrag past in die situaties. Probeer daarbij niet te denken aan wat hij verkeerd kan gaan doen.

 

Voorbeeld 1:

Wanneer jij bezoek krijgt is het prettig dat jouw hond rustig het bezoek begroet om vervolgens op een voor hem fijne plaats te gaan liggen.

 

Voorbeeld 2:

Wanneer je tijdens de wandeling iemand tegenkomt die je kent wil je graag even een praatje kunnen maken. Het zou fijn zijn als jouw hond dan even wacht.

Neem er goed de tijd voor en probeer zoveel mogelijk situaties te beschrijven en wat jouw hond mag doen. Het is voor jouw hond heel erg fijn wanneer je daarbij ook denkt aan wat hij nodig heeft om zich op gepaste wijze te gedragen. Elke hond is namelijk anders.

 

2.  Focus je vervolgens op wat je wilt: Ga daar pro-actief mee aan de slag.

 

Train al het gedrag dat je in je lijstje met situaties hebt beschreven. Oefen met jouw hond. Want zonder oefenen weet jouw hond niet wat je van hem verwacht. Creëer de situaties, schakel hulp in van familieleden/vrienden als het nodig is, en oefen met jouw hond. En wanneer de échte situaties zich voordoen zijn jij en jouw hond voorbereid.

 

3.  Beloon ALTIJD het gedrag dat je graag ziet!

 

Wanneer jij al het gedrag beloont dat je graag ziet dan zal jouw hond dat gedrag steeds vaker laten zien. Want hij krijgt plezier in het doen wat hij deed 😊. Belonen doe je met iets waar jouw hond enorm blij van wordt. Dat kan iets superlekkers zijn, of samen een trekspelletje spelen, of los van de lijn mogen… Weet daarom dan ook heel goed waar jij jouw hond blij mee kan maken. 

Wissel de verschillende beloningen vaak af. Voorkom dat je altijd met dezelfde beloning oefent. Dan raakt jouw hond namelijk erg snel zijn interesse kwijt.

 

4.  Geef jouw hond voldoende lichamelijke en geestelijke uitdagingen

 

Honden die hun dagelijkse beweging krijgen én geestelijke gestimuleerd worden zijn voldane honden. En voldane honden zijn over het algemeen lekker rustig.

 

Beweging en geestelijke uitdaging kan een hond al krijgen door een heerlijke lange snuffelwandeling: mogen snuffelen en ruiken aan al die verschillende geurtjes in het gras. Zoeken naar lekkere beloningen die jij verstopt in het gras. Of een puzzel oplossen thuis in de tuin. Wat dacht je van een gevulde kong leegpeuzelen en daarna heerlijk in slaap vallen. Of mogen kauwen op een gedroogd varkensoor. Want iedere hond heeft een kauwbehoefte. Voldoe jij aan die kauwbehoefte, dan zal jouw hond minder snel geneigd zijn jouw nieuwe Nikes te pakken.

 

5.  Probeer je in te leven in jouw hond

 

Ze doen wat ze doen namelijk niet om jou te pesten. Ze hebben vaak ook zelf last van hun eigen gedrag. Klinkt gek hè. Maar het is echt zo. Er gebeurt zoveel in dat lijf en in het brein:

 

• Ze gaan namelijk het nut zien van hun eigen gedrag: als ik dit doe dan gebeurt er dat..
• Ze hebben een enorm korte concentratieboog: heej, een vlinder!
• Ze zijn enorm snel opgewonden
• En enorm omgevingsgericht in plaats van baasgericht
• Wat je jouw hond hebt geleerd kan hij compleet vergeten zijn. De hersenen worden namelijk nog verder ontwikkeld. Maar daarbij kan er wat informatie verloren gaan.
• Hormonen worden volop aangemaakt (testosteron bij de reuen en teefjes worden voor het eerst loops). Hierdoor kunnen ze net iets heftiger reageren dan je gewend bent. Of juist meer aanhankelijk zijn.

Probeer iedere keer even kort te denken aan: hij kan er niets aan doen. Hij heeft er zelf ook last van. 

En gun jouw hond ook de nodige rust. Ga niet ineens volle bak aan de slag of verzin geen 20 activiteiten in de week. Stapje voor stapje, beetje bij beetje.

 

6.  Vergeet vooral niet te genieten van jouw puber!

 

Want die puberteit levert namelijk geweldig leuke momenten op. Je hond is nog in de groei. En komt nu in een slungelige periode. Hij moet als het ware zijn eigen lichaam en wat hij daarmee kan gaan ontdekken. Let eens op zijn bewegingen. Of hoe vindingrijk hij is om iets voor elkaar te krijgen. En hoe creatief hij is met dat ene speeltje. En boven alles: dat hij jou op zijn manier kan laten weten hoeveel jij voor hem betekent en dat je toch écht de allerleukste van de hele wereld bent.